Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts aan hun hand verbeterden de [15]Thekoieten; maar hun voortreffelijken [16]brachten hun hals niet tot den [17]dienst [18]huns Heeren. 15. Zie 2 Sam.14:2. 16. Dat is, de groten of aanzienlijken en machtigen van Thekoa wilden zich niet buigen noch begeven, om dit werk van hun God mede te helpen bevorderen. Deze onwilligheid en hoogmoed wordt tot hunne schande van den Heiligen Geest bestraft. 17. Of, tot het werk. 18. Anders, hunner heren; verstaande daardoor de commissarissen, die gesteld waren om opzicht te nemen en orde op alles te stellen.